Europese Vruchtensappenrichtlijn en implementatie in België

In Europa

Deze Europese Richtlijn 2012/12/EU beschrijft de samenstelling, de benaming en de etikettering van vruchtensappen, al dan niet uit concentraat en van nectars. De producten worden gedefinieerd op basis van hun samenstelling en bereiding zodat de terminologie niet misleidend is. De Richtlijn definieert ook een aantal specifieke benamingen gebruikt in sommige landen. De tekst bepaalt welke grondstoffen mogen gebruikt worden bij de productie van sappen en nectars, alsook de minimale hoeveelheid vruchtensap en/of vruchtenpuree in nectars.

Na een eerste herziening in 2009 werd de Richtlijn in 2011 nogmaals aangepast om de tekst beter te laten aansluiten bij de bepalingen van de Codex Standaard, maar ook met de gangbare praktijk. Een van de belangrijke wijzigingen in deze herziening is het verbod op het toevoegen van suiker aan vruchtensap. Deze praktijk werd al lang niet meer toegepast in de industrie en de sector zelf heeft gevraagd om dit vast te leggen in de wetgeving.

In België

Aangezien het hier gaat om een Richtlijn, moeten de lidstaten deze tekst omzetten naar nationale wetgeving. In België is dat gebeurd door het KB van 22 november 2013 betreffende vruchtensappen, vruchtennectars en bepaalde soortgelijke producten.

Net als de Europese Richtlijn, vermeldt deze tekst dus de definities van de verschillende producten, de toegelaten grondstoffen, de ingrediënten, de toegelaten behandelingen en bestanddelen en de voorschriften inzake etikettering en handelspraktijken. De minimum hoeveelheden vruchtensap en/of vruchtenpuree, uitgedrukt in volumeprocent van het eindproduct, zijn aangegeven in dit besluit.